Even een verhaaltje tussendoor vanaf de werkcomputer want
mijn laptop kan niet met de extreme hitte en vochtigheid omgaan, en moet worden
gemaakt. Maarja, ik ben al maanden niet in Hanoi geweest, en de komende weken
gaat dat ook niet gebeuren.. Laten we hopen dat hij het ooit weer gaat doen,
want ik he been heleboel fotos niet gebackupped, inclusief die van mijn
fietsavontuur.
Een van de redenen dat ik al heel lang niet in Hanoi ben
geweest is dit hondje. Mijn assistente J past ‘savonds op, en ik doe dan de
weekends ( kan ik ook nog een beetje fietsen en met Lucky spelen).
Een maandje geleden werd me gevraagd of ik naar een hondje
wilde kijken van iemand van de leger basis hier vlakbij, die al 3 dagen niet
goed kon lopen. We habben nogal eens wat problemen met die mensen, want betrokken
bij de schandalige
poging tot sluiten van de hele berentent vorig jaar door een corrupte
national park baas, en ook nog eens tot diep in de nacht heel hard karaoke-en,
dagelijks varkens slachten, en waarschijnlijk hondenfokken (en vangen… we
denken dat we Mimi daar hebben horen blaffen vlak nadat ze verdween…) om door
de troepen te worden opgegeten.
Aangezien ik hier met een groepje dames werk, was de reactie
meteen “ja, echt niet, ze zoeken het maar uit, eikels”. Maar ja, ik ben de dokter, en
naief genoeg om te denken dat ik bruggen kan bouwen, en dat het een goed teken
is dat ze om hulp vragen voor een zieke hond, en dat als ze hem hadden willen
opeten dat ze dat dan wel meteen hadden gedaan.. En dus mochten ze langskomen
na de lunch.
Tijdens de lunch zaten er 2 mannen in uniform te wachten,
maar ik legde de link niet, want best ver van de kliniek, en er zitten wel
vaker mensen in uniform. Dus ik lekker rustig door eten, beetje napeuzelen,
beetje kletsen, en op mn dooie gemak naar de kliniek. Die mannen achter ons
aan, en wijzen naar een hondje die helemaal plat voor de kliniek lag. Damn -als ik dat had geweten hadden we alles een
stukje sneller gedaan… Voelde me opens heel schuldig… Mooi voorbeeld ook van
hoe de communicatie tussen ons buitenlanders en de vertaalsters soms een beetje
misverstanden opleveren.
Het hondje was dus al 3 dagen zo, en het ging steeds
slechter. Ze hadden hem met een spuit gevoerd (bijzonder), en hij zag er,
behalve dat hij helemaal verstijfd plat op de grond lag, nog best goed uit –
mooie vacht, goedgevoed, en een fris ruikende hond (zien we niet zo vaak). Hij
had redelijk specifieke symptomen van tetanus, wat vaak niet goed afloopt in
zo’n ver stadium. Maarja, er is altijd nog die kleine kans dat het wel lukt,
dus gewoon proberen.
Lang verhaal kort: dat was het begin van een hele lange periode
van intensief verplegen, wat lastiger is nu ik nog maar 1 assistente heb.. Maar
na een paar dagen zagen we echt al wat verbetering in spierkracht als we hem
met handoeken om zn lijf probeerden te laten lopen. Na een week kwam ik in het
weekend de kliniek in en zat hij (!!), en kon hij zowaar zelf staan met een
klein beetje steun!!! ZO ontzettend blij word ik daarvan. Het was vanaf dag 1
de beste patient die je kan hebben. Lief, heel lief, en liet alle infusen en
toestanden gewoon toe. ZO’n schatje – zowel J als ik waren helemaal verkocht.
Ook was het fijn dat een paar keer soldaatjes langskwamen om
hondje te zien – of misschien eigenlijk meer met ongeloof kijken hoeveel moeite
wij deden, en de infusen enzo te bewonderen.
Beetje bij beetje vocht hij zich erdoorheen, en na 2 weken
was hij infuusloos. Hij zakte soms nog wel door zn poten, maar dat gebeurde
steeds minder. Hij had nog even een flinke terugval, maar de medicijnen deden
hun werk gelukkig.
Maar, uiteindelijk hadden we een vrolijk hupsend en kwispelend hondje.
Enneuh… Misschien moet ik toegeven dat we hem heel misschien wel een tijdje langer “ter observatie” hebben gehouden, terwijl dat niet echt meer nodig was…
Net op het moment dat we hadden besproken dat we hem toch echt moesten teruggeven kwam de eigenaar spontaan langs, en hebben we hem meegegeven...
Die nacht hoorden we hem blaffen, en tja... jammer dat hij op de basis was....
De volgende ochtend zagen we iemand een dier slachten en villen, en wij allebei: "dat beest heeft een veel te lange staart voor een varken.." Ik dus de verrekijker gepakt, en het was een varken.
Ik denk dat ik echt daarnaartoe was gegaan en heel erg ruzie had gemaakt als het "ons" hondje was geweest...
Ik had vorige week n paar dagen vrij want 30April was
bevrijdings/overwinnings/reunificatiedag (toen de Viet Cong en Noord Vietnamese
troepen Saigon terug hadden gewonnen, wat het eind
van de Vietnam oorlog
betekende. De (Zuid) Vietnamezen in het buitenland, die heulden met de
amerikaanse vijand, die noemen deze dag dan weer niet overwinningsdag, maar
juist “Zwarte April”, “Dag van de Wrok”of “Dag van de Schaamte”). Dan was er
nog 1 Mei dag van de arbeid, en ik had de dinsdag vrij aangezien ik weekend
dienst had. Dat betekende dus dat ik alleen maar de vrijdag hoefde vrij te
nemen voor bijna een weekje verkaaansie.
Ik had voor mn verjaardag een boek gekregen over een
veertiger die Vietnam rondfietst, en de achterkant beloofde een mooi verhaal. T
las lekker weg, maar ik bleef wel dingen denken als “flapdrol, als je nou eens
de echte wereld zou ingaan in die 12 jaar dat je rijke expat spelt in Singapore,
dan zou je niet overall zo verbaasd over zijn”, “WTF, are you kidding? Je
bergop laten rijden door je volgauto?”, “pfff, drinken kan hij ook al niet”,
“wacht ff: je doet een georganiseerde fietstocht van 4 dagen, met gids, tolk,
volgauto die je bergop rijdt, en dat vind jij de moeite waard om als avontuur
te bestempelen in boekvorm?”, en “dat kan ik beter”.
Op 19April was er de awareness-raising fietstocht van
Hanoi-Tam Dao, en weer terug: “Ride for the bears”. Hardstikke leuk om aan meet
e doen. Een groep van +/- 50 fietsers, en 150 supporters die met bus/brommer
meereden. Ik was de avond daarvoor met de fiets in de achterbak naar een hotel
vlakbij het startpunt gereden, waar we om 530 zouden vertrekken, ivm niet te
warm en weinig verkeer. Veel van de fietsers hadden nog nooit meer dan 2-3km
gereden, dus dan is de 66 km best een stuk, zeker als je ook nog terug moet
(wat dus ook niet iedereen deed, want wij hadden n bezemwagen voor de vermoeide
beeractivist). Ik fietsete de terugweg mee tot de rustplaats halverwege, en
ging toen weer terug de berg op, zodat ik in ieder geval de volledige afstand
had meegedaan. Hanoi-TamDao is tot de laatste 3 km eigenlijk heel plat, dus
lekker relaxt fietsen, beetje kletsen, en leuke nieuwe mensen ontmoeten. In Tam
Dao de 6 buitenlandse deelnemers rondgeleid, waar de directeur heel blij mee
was, want dan hoefde hij het niet te doen. Verder ook nog een paar interviews
gegeven voor de locale en nationale “TiVi” en radio – ik ben in de afgelopen
maanden nu al een stuk of 8 keer op de tv te bewonderen geweest, meestal als
berendokter, maar nu dus ook als fietser :-)
Tja, en dan ben je een beetje aan het kletsen,
en denk je “goh, die 130km valt ontzettend mee, zo op een dag”, en dan voordat
je het doorhebt heb je eruit geflapt dat je erover zit te denken om een keer de nachttrein naar SaPa (in de noordwestelijke Bergen van Vietnam) te nemen, en terug
te fietsen.
Klinkt wel stoer namelijk.
Maarja, dan heb ik dat eenmaal gezegd, en dan moet ik het
ook doen – zo zijn mijn interne regels nou eenmaal.. En zeker toen ik het ook
nog eens op het werk ging rondvertellen, in combinatie met de vergelijking met
het boek, en colleges die meteen zeiden dat dat echt een mooie tocht zou zijn..
En toen kwam al heel snel de verrassing van de vrije dagen, en dan komt het
allemaal mooi samen.
Nou zal het mensen misschien niet helemaal verbazen, maar
dit was niet de best voorbereide fietstocht ever. Op zondag, 2 dagen voor
vertrek, ging ik eens op googlemaps kijken naar wat een leuke route zou zijn,
en hoe ver het eigenlijk was. De kortste route was dezelfde die de trein neemt,
en gaat door het dal: 320km. Dus, optimist die ik soms kan zijn, denk dan: nou,
das 3 daagjes met de vingers in de neus bergaf fietsen.
Er was ook een wat
langere route die de bergreeks ten zuiden van de Fansipan berg ging, en die veel
georganiseerde fietstochters ook doen in 10 dagen, en dan vanuit Điện Biên Phủ
vlakbij Laos het vliegtuig naar Hanoi nemen: leek me misschien iets te veel
gevraagd - al heb ik wel getwijfeld en gedacht dat ik best die 720km in 6 dagen kan fietsen.
Ff tussendoor: Điện Biên Phủ was overigens de plek waar als onderdeel van
de eerste Indochinese oorlog tussen 13 Maart en 7 Mei 1954 de franse bezetters
flink aan het vechten waren met de Viet Minh communisten – die de fransoosen
flink billenkoek gaven, wat het einde van de Franse kolonie in Indochina
betekende. Dit betekende ook het opsplitsen van het land in de Democratische
Republiek Vietnam van de Viet Minh in het noorden onder leiding van Ho Chi
Minh. Terwijl de zuidelijke Staat van Vietnam onder leiding kwam van Keizer Ngo
Dinh Diem. Die had wel toegezegd om verkiezingen te houden, maar vond het wel
makkelijker zonder, wat dan weer de noord vietnamezen irriteerde, en leidde tot
de tweede Indochinese oorlog (DE Vietnam oorlog).
Een andere optie was de bergketen ten noorden van de Fansipan
(Vietnam’s hoogste berg, 3143m), wat rond de 450km was, maar tussendoor
cheat-opties had: wegen die naar de korte route door het dal gingen, voor het geval die bergen toch zwaarder zouden zijn dan verwacht. Dat zou m
dus gaan worden.
Ik had ondertussen ook door dat het niet alleen maar bergaf
was, maar ook vaak bergop gefietst moest worden. Stiekem ook een beetje
zenuwachtig geworden..
Daarnaast was het zondag niet bepaald lekker weer, en de
voorspelling voor de komende week was regenregenregen. En wist ik ook meteen
weer waarom ik nooit naar de weersverwachting kijk, want depressief. Maarja, ik
was me degelijk aan het vooprbereiden, en dan hoort dat er bij.
Waterdichte tas: check. Dikke trui: check. Regenpak: check
(voor de zekerheid maar dike motor regenpak gedaan, want misschien koud enzo..)
Fietshelm: check (Jahaaa, fietshelm… mijn mooie roze t-mobile fietshelm die ik
al een jaar of 8 heb, maar nog nooit had gebruikt) Bandenplak
set/fietspomp/gereedschap: check. Lampjes/batterijen: check. Vietnamees
phrasebook: check. Gadgets (gopro camera, goede camera, telefoon) opladen:
check. Ik had zelfs
zo’n geel vest met reflecterende banden erop klaarliggen om om de tas heen te
binden in het kader van de betere zichtbaarheid op de weg, wat natuurlijk
hardstikke verstandig is. Dit begon zowaar te lijken dat het wel eens mijn best voorbereidde reisje ever zou worden.
Last minute bleek er nog net ruimte te zijn in de tas voor
een laptopje (dan kan ik ‘savonds mijn avonturen meteen opschrijven), en nog wat
extra cameralenzen, aangezien ik dagelijks natuurlijk uren tijd over zou hebben om te
fotograferen.
Al met al toch nog best een zware tas geworden...
Meteen na het werk naar het station in Hanoi gebracht, en
daar bleek al dat de schouderbanden van mijn nieuwe waterdichte tas niet echt
waren gemaakt om lange tijd met volle tas op de rug te houden.. Maarja, bij
aankomst zou het 40km naar Sa Pa zijn, waar veel outdoorwinkels zijn, dus komt
goed.
Heerlijk chaotisch begin op het station natuurlijk, met veel
onduidelijkheid, maar zoals alles komt het uiteindelijk goed. Ik was ruim op
tijd, dus onder genot van een paar biertjes lekker een tijdje mensen gekeken –
voornamelijk de toeristen die net zo in de war waren als ik even daarvoor.
De fiets kon in een aparte wagon aan de achterkant, en mijn
slaapcoupe bleek een stuk luxer dan ik had verwacht, en ik deelde die met 1 russische en 2
australische sheilas, waar ik tot middernacht mee heb zitten
kletsen – was heel gezellig.
En dan lekker in slap vallen met het langzame repetitive geluid van de trein die
rustig zijn pad omhoog volgt –kedung-kedung-kedung-kedung – heerlijk…
De tweede helft
van Tet had ik wel vrij, en dus een mooie tijd om n lang weekend (30jan-2feb) de
buurt te verkennen. Een uurtje vliegen naar Đà Nẵng, en dan nog een drie
kwartier in de taxi, en je bent in Hội An. Heel goed te
doen dus.
Hội An (vrij vertaald: vredige ontmoetingsplek) is
een ontzettend laidback stadje, waar de meerderheid van het verkeer fietsen
zijn, en de stad ook helemaal inspeelt op fietsers. Een beetje als Salt Lake City
uit dit stukje (ohwnee, dat stukje ligt ook nog half afgeschreven in een folder
te verpieteren –moet ik toch iets aan doen, dat laten verpieteren.. Ik heb het best een beetje druk - voornamelijk leuk hoor, maar het eerste dat er dan bij inschiet is bloggen, want toch best veel werk, en niet altijd zin om 'savonds op de laptop typen enzo).
Grote delen van Hội
An zijn afgezet van
het verkeer, wat heerlijk is als je aan Hanoi gewend bent geraakt (wat door
veel mensen als een chaotisch gekkenhuis wordt omschreven). Maar hier fietst
iedereen vrolijk langs de terrasjes, en loopt men onder de vele-vele
lampionnetjes die overal over de straat hangen, vrolijk langs de kade van de
haven, om daar een lampionnetje met een kaarsje in het water te laten drijven.
Aangezien het zo’n rustig pittoresk stadje is, is de kunst scene er groot, met
overal ateliertjes en theater/muziek voorstellingen.
Het oude deel van
de stad is een UNESCO werelderfgoed plek, aangezien het een heel mooi
gepreserveerd Zuid Oost Aziatisch havenstadje van tussen 15e – 19e eeuw is, met
architectuur en stadsbouw die een mooi overzicht geeft van de vele invloeden
(Vietnamees en buitenlands) die dit stadje in die tijd heeft gehad.
En het gaat al
een tijdje mee, aangezien het in de eerste eeuw al de grootste haven van Zuid
Oost Azie was. Dat “groot” stelt misschien niet zoveel voor in vergelijking met
havens als die van Rotterdam nu, maar geen van mijn zo geliefde rotterdamse
medemens had rond die tijd ook maar aan een haven gedacht, laat staan gebouwd.
Maar tijdens de
16e-17e eeuw, toen was het een grote belangrijke wereld havenstad, met grote
chinese, japanse, indische, en ook nederlandse communities (yay – VOC
mentaliteit!). Het japanse deel was te bereiken via de “japanse brug”, een
overdekte brug met een tempel, wat blijkbaar heel uniek is, en dus ook een van
de iconische bouwwerken van de stad is. Ik vind ‘m vooral mooi omdat er beeldjes
van een aap en een hond in staan.
De Tây Sơn rebellen
hadden helemaal niks met die internationale handel, dus toen die de Nguyễn dynastie
omver wierpen, toen was het uit met de internationale zeehaven pret. Even
later, rond eind 18e eeuw, hielpen de fransen keizer Gia Long met zijn overname
van het gebied - wat hun dan weer exclusieve handelsrechten in het nabij
gelegen Đà Nẵng gaf, wat uitgroeide tot grote haven, en waardoor Hội An 200
jaar gewoon rustig doorkabbelde en een mooi stadje bleef.
Nou liggen heel
toevallig op het stukje tussen Hội An en Đà Nẵng een paar van de zeer
weinige surfspots die Vietnam rijk is – en dat was ook eigenlijk de reden om
hiernaartoe te gaan. Klinkt ff interessant, zo’n geschiedenis verhaal, maar ik
kwam daar voornamelijk om te fietsen en te surfen, en al bier drinkend
lezend op een terrasje steek je dan ook nog wat op over de omgeving.
Ik had via agoda
een mooie kamer voor supercheap op de kop getikt - vaste klant zijn heeft zijn voordelen – de onderste kamer van dat gele gebouw, aan de rand van een
courtyard, waar ook een buiten pooltafel stond. Ja, nou wil ik naast
wereldvrede en m’n poezzie naar Vietnam brengen helemaal niet zo veel, maar als
ik dan toch ga willen, dan dat in mijn eigen tuin.
De beste golven
zouden bij ’n mooi rustig strandje bij Hội An kunnen zijn, maar ik had op de
eerste dag al gezien dat dat niks zou worden. Mooi strand hoor, en lekker weer,
maar niet echt om te surfen. En als ik na 6 jaar Indo een mooi strand ziet, en
het zonnetje schijnt, dan ren ik erin. KOUD, man.
Dus ik op m’n
huurfietsje (zo’n typisch Vietnamees fietsje met mand voorop en zonder
versnellingen) lekker fietsen in de buurt, genietend van al het moois om me
heen, de mooi versierde huizen voor het nieuwe jaar, de hele vriendelijke
mensen, en ook van de vele fietsers (en zelfs van de vele toeristen – westers,
maar vooral chinees). Het was echt elke dag zonnetje en blauwe lucht – was weer
ff wennen.. Toch soms een beetje fris, maar heerlijk fietsweer, en toch
verbrande wielrennersarmen gekregen.
Mooimooimooi
De volgende dag
langs het strand naar Đà Nẵng gefietst (35km enkele reis), beetje om me
heen kijken, seafood eten aan het strand, biertje – niks aan veranderen. Nou
ja, behalve dan terug fietsen naar Hội An, want Đà Nẵng is een beetje
groots en druk en niet echt helemaal mijn ding – al is de boulevard wel mooi om even
iets te drinken, maar niet om te blijven. En ok, die foto lijkt niet echt een druk strand, maar wel te druk/groots voor deze verwende strandmeneer.
Dus eigenlijk een
paar dagen meer van hetzelfde: rustig aan, relaxen, beetje fietsen, en n beetje
wandelen door het stadje, waar in het kader van Tet een hele rare kermis was,
een bonsai boom tentoonstelling, goochelaar, bodybuild en vuurwerkshow waren te
aanschouwen.